Indicatie verzilting op de lange termijn (18)
| <= 100 |
| > 100 |
Zoutvracht naar oppervlaktewater voor huidige situatie (20)
| < 1.000 |
| 1.000 - 2.500 |
| 2.500 - 5.000 |
| 5.000 - 10.000 |
| 10.000 - 30.000 |
| > 30.000 |
Zoutvracht naar oppervlaktewater voor huidige situatie Waterschap Hollandsche Delta (21)
| < 1.000 |
| 1.000 - 2.500 |
| 2.500 - 5.000 |
| 5.000 - 10.000 |
| > 30.000 |
Externe verzilting (17)
| Huidig zout oppervlaktewater |
| Huidige zoutindringing oppervlaktewater |
| Inlaatpunten die niet kunnen verzilten |
| KWA wateren |
| Inlaatpunten die wel kunnen verzilten |
| Mogelijke mate van verzilting via inlaat |
| Verzilting via Bergsluis afhankelijk van gebruik doorlaat |
| Zoutindringing huidige situatie |
| Zoutindringing toekomstscenario |
Risicogebieden wateroverlast (22)
| 10% laagste delen van polders |
| Gebieden met een hoogste grondwaterstand binnen 30cm onder maaiveld |
| Zoekgebieden voor het verhogen (zomer)grondwaterstand tbv reduceren bodemdaling en uitstoot broeikasgassen |
Indicatie toename breedte dijken bij 1m zeespiegelstijging (25)
| 7 - 9 |
| 10 - 11 |
| 12 - 13 |
| 14 - 15 |
| 16 - 17 |
Primaire keringen (26)
| Behoud flixibiliteit duinen |
| Kustfundament |
| Overige primaire keringen |
| Regionale keringen Zuid-Holland |
Buitendijkse overstromingsdiepte 2050 bij kleine kans 1-1000 (28)
| 0.5 - 2.0 |
| -9.999 - 2 |
| 0.5 - 25 |
Gebieden die meer dan 200cm diep kunnen overstromen in 2050 (29)
| Extreem kleine kans |
| Zeer kleine kans |
| Kleine kans |
| Middelgrote kans |
| Grote kans |
Overig overstroombaar gebied (30)
| Overig overstroombare gebieden die 50 tot 200 cm diep kunnen overstromen |
Klimaatonderlegger - Verstedelijking (1)
| (B) Water, bodem of klimaatverandering vraagt om aanvullende randvoorwaarden voor ontwikkelingen, die naar verwachting goed uitvoerbaar zijn (Ja, mits...) |
| (C) Water, bodem of klimaatverandering vraagt om een substantiële inspanning waarbij meerdere partijen zich inzetten tot een klimaat adaptieve ontwikkeling te komen (Ja, mits...) |
| (D) De ontwikkeling legt (ook met adaptatie) een claim op toekomst en vraagt om een goede afweging van de locatiekeuze (Nee, tenzij...) |
Klimaatonderlegger - Landbouw (0)
| (B) Condities vanuit het water, bodem of klimaatverandering vragen om aanvullende randvoorwaarden of aanpassingen van de bedrijfsvoering (Ja, mits...) |
| (C) Water, bodem of klimaatverandering resulteren in beperkingen voor het gebruik als landbouwgrond en vragen om een substantiële aanpassing van de bedrijfsvoering, gewastype of het landgebruik (Ja, mits...) |
| (C) met zeer onzekere ontwikkeling |
Verstedelijking: Bodemdaling (4)
| B Ontwikkel bodemdalingbestendig |
| C Ontwikkel bodemdalingbestendig |
| C Ontwikkel (grond)waterbestendig in zoekgebieden voor vernatting van veen |
| D Ontwikkel bodemdalingbestendig |
Verstedelijking: Regenwateroverlast (2)
| B Nieuwbouw: zorg voor 70 mm berging in 1 uur |
| C Reserveer extra bergingsruimte binnen de gebiedsontwikkeling en bouw grondwaterbestendig |
| C Laagste 10% van polders reserveren voor waterberging |
Verstedelijking: Waterveiligheid (6)
| B Gevolgbeperking vitaal en kwetsbaar kans > 1:30.000 op > 50 cm |
| C Gevolgbeperking binnendijkse gebieden > 1:30.000 op > 200 cm |
| C Buitendijkse waterbergende gebieden alleen bebouwen met adaptatiepad zeespiegelstijging |
| D Buitendijks rivierinvloedsgebied (stroomvoerend): niet bouwen |
| D Bouw niet langs primaire keringen |
Verstedelijking: Waterbeschikbaarheid en -kwaliteit (5)
| B Bescherm grondwatervoorraden en drinkwaterinfrastructuur |
| B Zet (met name in stedelijk gebied) maximaal in op sponswerking |
| B Zorg voor zonering van de ondergrond |
Verstedelijking: Hitte (3)
| B Neem hitte mee in het ontwerp. Zet in op robuuste stedelijke watersystemen |
| B Zorg voor zonering van de ondergrond |
Landbouw: Bodemdaling (11)
| C Hou rekening met afnemende drooglegging en ontwateringsdiepte |
Landbouw: Regenwateroverlast (10)
| B Hou rekening met natschade en beperkte draagkracht bodem |
| C Reserveer ten minst 10% laagste polders voor waterberging |
Landbouw: Waterveiligheid (9)
| C Pas buitendijkse bedrijfsvoering aan |
Landbouw: Waterbeschikbaarheid en -kwaliteit (8)
| B Creëer zoetwaterbuffers voor de natuur |
| C Hou rekening met toenemende verzilting. Zet in op slimme watercyclus |
Landbouw: Hitte (7)
| B Hou rekening met impact van hitte op gewassen en vee. Beperk nutriëntenbelasting |
Natuur: Bodemdaling (16)
| B Voorkom wegzijging van water in natuurgebieden. Compenseer voor afname waterkwaliteit |
Natuur: Regenwateroverlast (15)
| C Beperk overstorten. Kansen natuuronwikkeling 10 procent laagste gebieden polders |
Natuur: Waterveiligheid (14)
| C Hou rekening met de impact van wegvallen intergetijdengebied |
Natuur: Waterbeschikbaarheid en -kwaliteit (13)
| C Hou rekening met toenemende verzilting |
Natuur: Hitte (12)
| B Zet in op robuuste natuurverbindingen. Zet in op robuuste natte natuurverbindingen |
|